Nu het aantal mensen met dementie toeneemt, neemt ook de behoefte aan laagdrempelige ontmoetingen toe. Een Odensehuis is een van de voorbeelden waar deze ontmoeting kan plaatsvinden. In gesprek met Herman Nieuwstraten, voorzitter van het bestuur van het Odensehuis Papendrecht en Marjan Middelburg, een van de twee coördinatoren. ‘Het geeft zoveel voldoening om mensen met dementie en hun naasten een mooie dag te bezorgen, voor minder doen we het niet.’
Wederkerigheid. Dat is het woord wat bij Marjan opkomt als het gaat om de kernelementen van het Odensehuis. ‘Niet alleen de mensen met dementie komen hier tot hun recht, maar ook de vrijwilligers. We hebben zo’n 50 vrijwilligers die op hun manier hier (weer) opbloeien. Soms gaat het om mensen die nauwelijks een netwerk om zich heen hebben en nu door het vrijwilligerswerk bij de familie horen. We werven breed: in de huis-aan-huis-krant, maar we organiseren ook informatieavonden om vrijwilligers te werven. Het is momenteel niet zo’n issue om vrijwilligers te vinden.’
Vrijwilligers worden ingedeeld per dag, uiteraard in overleg. Ben je gedurende de zomer lange tijd afwezig? Geen probleem, dat wordt opgevangen door anderen. Ben je juist ’s winters een tijd niet in het land? Ook geen probleem. ‘Ze moeten ook kunnen genieten van hun pensioen.’ De vrijwilligers zitten met elkaar in een WhatsApp-groep. ‘Daarin delen we hoogte- en dieptepunten. Belangrijk, want zo is iedereen op de hoogte – als er iets gebeurt op een dag dat je hier niet bent, ben je toch op de hoogte.’ Aan het einde van elke dag wordt de dag kort geëvalueerd. ‘Vond jij Carel* ook niet wat stil vandaag? En jammer toch, dat een aantal deelnemers vandaag niet wilde sporten. Misschien komt dat omdat Judith* afwezig was, zij weet de anderen altijd te enthousiasmeren.’ Een andere vrijwilliger werpt tegen: ‘Misschien moeten de we volgende keer niet vragen of ze willen sporten, maar het gewoon gaan doen…’ Marjan toont een blad met een calamiteitenprocedure. Wat te doen bij incidenten? De rust bewaren, daar komt het op neer. De aanwezige vrijwilligers knikken – blij als ze zijn met Marjan, hun rots in de branding.
‘Het is mooi om met de mensen met dementie samen te werken en hen een omgeving te bieden waar ze niets moeten en alles mogen. Sjoelen, knutselen, klaverjassen; alles mag, gewoon doen waar je zin in hebt. En als er hulp nodig is, dan zijn we er.’ Lees het inspirerende verhaal van de 75-jarige vrijwilligster Rosa die na het overlijden van haar man met het Odensehuis in contact kwam en dankzij haar vrijwilligerswerk nieuw plezier en betekenisgeving vond.
Maatschappelijke betekenis: intergenerationele en crossculturele verbindingen
Het Odensehuis in Papendrecht is meer dan een inloopvoorziening voor mensen met dementie en hun naasten. Nadrukkelijk richt het Odensehuis zich op actoren uit de sociale basis, zoals de nabijgelegen school. Marjan: ‘We hebben de eindmusical van groep 8 gezien. Leuk was dat! Een mooi voorbeeld van intergenerationeel contact; kinderen in de basisschoolleeftijd maken op deze manier kennis met ouderen met geheugenklachten.’ Daarnaast wordt er samengewerkt met het COA; in de buurt van het Odensehuis wonen jonge statushouders. Er vindt uitwisseling plaats, bijvoorbeeld door (taal)stages. Een van onze deelnemers had het altijd maar over gelukszoekers, maar sinds hij in het Odensehuis in contact is gekomen is hij erachter gekomen dat ze dat helemaal niet zijn. Het zijn net als wij mensen die op zoek zijn naar betekenis en verbinding. Een andere deelnemer vertelde dat ze zich zorgen maakte over haar nichtje. We hebben haar een stageplek aangeboden – uiteindelijk is ze dankzij de stage hier doorgestroomd naar een betaalde baan. Prachtig toch!’
Marjan beaamt dat in het Odensehuis een vorm van samenlevingsopbouw wordt gedaan. ‘We vormen een community, stellen ons huis open, zijn van waarde voor het dorp. Er is in dit dorp gewoon veel behoefte aan ontmoetingen.’ Herman: ‘Mooi om te zien dat deelnemers en mantelzorgers elkaar ook opzoeken buiten het Odensehuis. Zo zijn er nu twee mantelzorgers – hun partners zijn inmiddels overleden – met elkaar op vakantie.’ Het Odensehuis organiseert gespreksgroepen voor mantelzorgers en sinds kort ook een activiteit voor jonge mensen met dementie. Marjan: ‘Een belangrijke doelgroep die echt iets anders nodig heeft. Deze groep heeft veel met taboes te maken en heel vaak sluit het aanbod niet aan op de vraag. Wij proberen daar oog voor te hebben.’
‘Het is fijn om hier te zijn. Het gaat hier boven in het koppie allemaal niet meer zoals vroeger, maar daar laat ik me niet door afleiden. Ik kom hier graag. Als ik thuis kom, merkt mijn vrouw direct dat ik hier geweest ben. Ik kom hier tot rust waardoor ik het thuis ook weer beter kan volhouden. We doen hier van alles, ik teken en schilder graag – vroeger zou ik je uitgelachen hebben als je me zou verteld hebben dat ik dat nu doe. Verder kan ik hier mijn hart luchten. Toppers zijn het hier, stuk voor stuk, echt…’
Wijnand, bezoeker van het Odensehuis in Papendrecht
Herman vertelt dat intern regelmatig het gesprek wordt gevoerd over grenzen. Wie kunnen en willen we wel bedienen en wie niet? ‘Het gebeurt nogal eens dat iemand een vriend of vriendin wil meenemen. Want ja, die is zo eenzaam, komt nauwelijks meer onder de mensen. Toch doen we dat niet. Dementie is de ingang, nadrukkelijk richten we ons niet op mensen met eenzaamheidsgevoelens. Verder zien we ook verloop onder deelnemers en vrijwilligers: soms gebeurt het dat een deelnemer wegvalt door overlijden en dat de mantelzorger dan blijft ‘hangen’. Wat doe je dan? En wat doe je met die ene vrijwilliger, die geen dementie heeft, maar vrijwilligerswerk alhier is ook te hoog gegrepen? Best lastige vragen, waar wij niet altijd het antwoord op hebben. We gaan erover in gesprek, je blijft ontwikkelen, het is nooit saai hier…’
Het Odensehuis Papendrecht in cijfers
- Gestart in 2019
- 4 dagen per week open, van 10 – 15 uur
- Circa 50 unieke deelnemers en 30 mantelzorgers per week
- De meeste deelnemers nemen deel zonder indicatie en wonen allen nog thuis, in de meeste gevallen alleen
- 2 (betaalde) coördinatoren, bijgestaan door 35 vrijwilligers per week
- Deelnemers betalen 5 euro per dag
- De businesscase toonde aan dat het Odensehuis naast kwalitatieve opbrengsten voor deelnemers en hun naasten ook een gunstig effect heeft op de financiële middelen van de gemeente: ‘De gemeentelijke investering lijkt zich terug te verdienen.’
Randvoorwaarden: altijd bereikbaar en goede koffie
Toegegeven, het is even zoeken, maar het Odensehuis beschikt over enkele gezellig ingerichte zalen, een buitenplaats en een fijne beleeftuin. ‘Je moet gewoon zorgen dat je je zaakjes op orde hebt. Er moet een welkome sfeer zijn.’ Wat is dat? En hoe realiseer je dat? ‘Vrijwel iedereen die hier komt heeft het gevoel hier welkom te zijn. Dat heeft met veel te maken, maar natuurlijk vooral met onze houding. We reserveren geen stoelen, dat heb ik geleerd van een van onze deelnemers,’ vertelt Marjan. ‘De deur gaat niet dicht hier. Er blijft hier niemand slapen, ook ik niet, zeg ik dan gekscherend. Je moet je realiseren dat deze mensen soms vroeger zo wel met hun eigen ouders zijn omgegaan: dan gingen ze zogenaamd ergens koffiedrinken met hun vader of moeder, maar ondertussen brachten ze hun vader of moeder in het verpleeghuis en gingen ze zelf weg. De angst daarvoor zit er soms diep in.’
‘We praten hier mét elkaar, niet over elkaar. Kletsen mag, roddelen doen we niet. Wat hier besproken wordt, blijft hier. Het Odensehuis is een oefenplek in wederkerigheid. We werken op basis van vertrouwen – iedereen is welkom.’ Wat is er nog meer belangrijk? ‘Er moet goede koffie zijn. Daar bezuinig ik niet op. Inmiddels hebben we ontdekt hoe we slim inkopen kunnen doen. De kosten van het Odensehuis worden voornamelijk gedekt door de subsidie van de gemeente. Een wethouder heeft er destijds voor gezorgd dat dit Odensehuis er is gekomen. In de raad is een motie aangenomen om structurele financiering te borgen. Verder betalen de deelnemers een eigen bijdrage per dag – en met wat sprokkelwerk zo links en rechts lukt het om rond te komen. Veel mensen nemen wel eens wat mee: een tros bananen, een taartje, je kent het wel. Ook de jaarlijkse attentie voor onze vrijwilligers komt min of meer uit de groep: dan is er weer een dochter van een van de deelnemers en die heeft een koffietentje in het dorp of iemand heeft connecties met een bloemenzaak.’
Neveneffecten Odensehuis Papendrecht
- Mantelzorgers: lotgenotencontact, respijtzorg (incl. kostenbesparing), delen en inzetten ervaringen, vriendschappen die ontstaan, onderlinge hulp en uitwisseling (voorkomt of verlicht inzet formele zorg)
- Vrijwilligers: talentontwikkeling, verminderen eenzaamheid, verhogen kwaliteit van leven, verbreden en verdiepen sociaal netwerk, opdoen nieuwe vaardigheden (denk aan AED-training), onderlinge hulp en uitwisseling (zie boven)
- Maatschappelijke effecten: vergroot awareness dementie, valpreventie, versterking samenwerking zorg- en welzijnsprofessionals én organisaties, vraagbaak voor de regio (voortrekkersrol), bloeiplek voor studenten (stages, uitwisseling), vindplaats voor professionals, Odensehuis draagt bij aan dementievriendelijke samenleving, draagt bij aan solide sociale basis, intergenerationeel en/of crosscultureel contact
Bron: inventarisatie juni 2024
De coördinator: boodschappen
De organisatie van het Odensehuis vraagt veel: ‘Het is net een grote familie hier, probeer maar eens iedereen bij elkaar te houden.’ Marjan en Herman zijn eensgezind over het welvaren van het Odensehuis. Marjan brengt een schat aan ervaring in – ook vanuit andere sectoren, maar wat vooral de doorslag geeft, vertellen deelnemers en vrijwilligers is de enorme passie en gedrevenheid van Marjan en de andere coördinator. Wat maakt de Papendrechtse aanpak succesvol? Marjan: ‘Succes is altijd een combinatie van factoren. Ik denk dat het belangrijk is dat we elkaar blijven uitdagen.’ ‘We blijven ontwikkelen, we blijven innoveren,’ aldus Herman. Marjan: ‘Ja en daarnaast zijn we áltijd bereikbaar en nemen we áltijd contact op met de kinderen. Het sociale netwerk – kinderen, familie, buurt – wordt er altijd bij betrokken. Ook schakelen we makkelijk met casemanagers – en zij met ons.’
Het aansturen van de vrijwilligers vraagt de nodige aandacht van coördinatie en bestuur. ‘Ook dat hebben we moeten leren,’ vertelt Marjan. ‘We begonnen vijf jaar geleden met een enthousiast bestuur en binnen mum van tijd hadden we vrijwilligers. Ook de werving van deelnemers was nauwelijks een issue. Er stonden zelfs al mensen voor de deur de week voordat we officieel van start gingen.’
De gemeente financiert een belangrijk deel van de uren van de coördinatoren, ‘maar daar redden we het eigenlijk niet mee. Gisteren was mijn vrije dag, maar realiseer ik me ineens: er moeten nog boodschappen worden gedaan. Het Odensehuis gaat om 10 uur open, maar ik ben er ruim van tevoren aanwezig om alles in gereedheid te brengen. En aan het einde van de dag, de deelnemers vertrekken om 15 uur is, er ook nog van alles te doen. Het gebeurt soms dat een deelnemer te laat of niet wordt opgehaald; dan neem ik diegene gerust even mee naar huis, maar je begrijpt dat dat wel allerlei uitdagingen met zich meebrengt. In de door de gemeente vergoede uren, lukt het niet om de administratie te doen en is er nauwelijks tijd om nog eens iemand te bellen. Laat staan dat ik elders vertel over onze succesvolle aanpak. Niet dat ik dat niet doe, integendeel!’ De rol van de coördinator is cruciaal, laat Wijnand bij het sluiten van de markt weten: ‘Geweldig wat je hier voor ons doet, dankjewel…’